Stromingsbeelden zijn lijnen of vormen die zich min of meer geordend herhalen en door die herhaling meer ruimte gaan innemen op je tekenvel.
Als je stromingsbeelden tekent doe je dat altijd binnen een kader om energetisch uitvloeien te voorkomen. Daar kom ik straks nog op terug.
Het beeld wat je maakt wordt bepaald door het uiterlijk van deze lijnen of vormen. Je kunt rechte lijnen naast elkaar tekenen, en je kunt deze lijnen een beweging geven, zodat er rondingen of rechte hoeken ontstaan.
Stromingsbeelden in de natuur
Wat je dan gaat zien is een structuur of een patroon.
Overal om ons heen zien we structuren en patronen. In de natuur vinden we heel veel structuren en patronen. Als je daar eenmaal op gaat letten is het oneindig. De stammen van bomen, de schubben van vissen, de nerven van bladeren, de vleugels van vliegen, de poriën van je eigen huid, ribbels in het strand en ga zo maar door. Ook in de cultuur, in de dingen die mensen maken, zitten heel veel patronen. Dakpannen, tegelvloeren, breisels, hekwerken, visnetten, smeedwerk (balkonnetjes) en veel meer. Als je er eenmaal op gaat letten houdt het gewoon niet op.
Ook in je leven zitten structuren en patronen. De structuur van een dag die zich elke dag herhaalt. Je reactiepatroon; heb je er wel eens op gelet hoe je vaak hetzelfde reageert op een situatie? Je werkpatroon; hoe je de dingen aanpakt in je werk. Je sociale patronen: hoe je met verschillende mensen anders omgaat. Je denkpatronen: welke gedachtegangen steeds op de voorgrond komen (en welke denkfouten je daardoor het meeste maakt). Het is goed om daar af en toe eens bij stil te staan. Want werken die structuren/patronen wel altijd zo goed voor je? Wat zou er gebeuren als de er iets aan zou durven veranderen? Wat zou je dan precies willen veranderen?
Om iets te veranderen kun je heel goed je creativiteit gebruiken. Als je deze workshop volgt, ben je waarschijnlijk een creatief mens, anders was je niet hier terecht gekomen. En anders heb je vast belangstelling om je creativiteit te vergroten. Om creatief te kunnen zijn is het heel fijn als je divergent kunt denken. Dat wil zeggen dat je veel verschillende mogelijkheden van iets kunt zien. Je zet je gedachten niet vast in het standaardpatroon, maar je kunt letterlijk nog alle kanten op. Je gaat niet uit van de standaard-opvattingen, je staat jezelf toe om ook de ideeën die je te kinderachtig vindt te onderzoeken, je oordeelt niet over de kwaliteit van je idee, je neemt mee wat andere mensen ervan vinden, en als laatste heel belangrijk: je verzamelt een zo groot mogelijk arsenaal aan ideeën over het onderwerp.
Je voelt hem waarschijnlijk al aankomen: dat is precies wat je met stromingsbeelden kunt oefenen op papier.
We gaan een paar oefeningen doen als opwarming voor de tekenoefening.
We gaan eerst een kleine denkoefening doen: Stel je een lepeltje voor en schrijf eens zoveel mogelijk toepassingen op voor dat lepeltje.
Nu een lichaamsoefening:
Ga staan met je voeten achter elkaar. De teen van je ene voet raakt de hiel van je andere voet. Nu zet je de achterste voet op dezelfde manier vóór je voorste voet. Je maakt dus een klein stapje, waardoor je verder in de ruimt bent gekomen. Herhaal dit een paar keer. Nu ga je variëren. Zet je voet eens schuin weg, of met je hiel halverwege tegen de zijkant van je voet, of maak een beweging over de vloer terwijl je de volgend stap een beetje verder weg zet. Zo kun je verschillende variaties bedenken. Je zult merken dat je steeds meer in balans komt.
We gaan tekenen. Wat je nodig hebt:
Tekenpapier De keuze van het tekenpapier hangt af van het materiaal waarmee je wilt tekenen. Je kunt gewoon tekenpapier gebruiken, of een printvelletje, als je met (kleur)potloden werkt. Als je met fineliners tekent (dat doe ik zelf graag), dan kun je het beste heel glad tekenpapier gebruiken, zoals Bristol papier van Canson, of Smooth papier van Daler -Rowney.
(Kleur)potloden Je kunt altijd met (kleur)potloden werken. Dat is het eenvoudigste materiaal. De lijnen zijn niet zo scherp. Dat geeft weer een andere sfeer.
Fineliners Er zijn verschillende soorten goede fineliners. Ik gebruik meestal Staedtler of Micron. Het is aan te bevelen om verschillende diktes te hebben. Voor deze oefeningen is één dikte genoeg. Je zult snel merken welke variaties je kunt toepassen als je meerdere lijndiktes tot je beschikking hebt.
Aan de slag
In de filmpjes laat ik je zien hoe je verschillende stromingsbeelden kunt opbouwen.
Hieronder kun je ze nog eens allemaal op je gemak bekijken,
met nog een aantal extra toepassingen:
Nu je verschillende stromingsbeelden hebt leren kennen, kun je ze gaan toepassen in een bepaalde samenhang wat een mooie compositie kan opleveren.
Hieronder zie je enkele voorbeelden:
We hebben nu gewerkt op wit papier met (kleur)potloden of zwarte fineliners. Dat is ook de manier om op een zo eenvoudig mogelijke manier de stromingsbeelden te leren kennen en te leren hoe je er een compositie van kunt maken.
In het begin hebben we het gehad over divergent denken. Je hebt nagedacht over de verschillende toepassingen van het lepeltje. Dat kunnen we ook doen met stromingsbeelden.
We kunnen
kleur gebruiken i.p.v. zwart.
potloden gebruiken i.p.v. stiften
kleur aanbrengen met kleurpotloden of gekleurde stiften.
schaduwen aanbrengen met zachte HB potloden.
een gekleurde ondergrond gebruiken.
binnen de stromingsbeelden nieuwe motieven toevoegen.
Vul zelf maar aan. Laat je fantasie werken en je kunt nu heel veel tekeningen gaan maken met telkens een andere toepassingsvorm.
Tot slot
GRATIS TEKENTAAL-TIPS
Je ontvangt mooie tekenoefeningen, tips voor boeken, tentoonstellingen, films, workshops, cursussen en interessante blogs.